Dit is een Twents gedicht
gesproken door Marie Veer.


Gedicht horen

Druk, Druk, Druk.
In de wasmachine wassen we de kleren,
een wasbord dat hebben we niet meer.
Het draait vanzelf nu maar in 't rond,
de fijne was, de witte was en de bonte.
Sommige mensen hebben niets meer aan de lijn,
daarvoor hebben ze nu een wasdroger.
't Koken, dat gaat elektrisch of op gas.
Ik weet wel dat er vroeger gestookt moest worden.
Toch vonden de mensen het helemaal niet zwaar,
de stamppot was altijd optijd klaar.
We waren niet rijk, we waren niet arm.
Toch hadden we 't in één vertrek maar warm.
Tegenwoordig hoef je niet meer met kolen te sjouwen,
alleen de thermostaat maar even hoger te zetten,
het hele huis is dan op temperatuur,
daar zorgt de centrale verwarming wel voor.
Als wij vroeger boodschappen gingen doen,
moesten we kilometers lopen.
Nu stap je op de fiets of in de auto,
om even snel naar de supermarkt te rijden.
Want mensen ik weet niet wat ons mankeert.
We komen tegenwoordig tijd te kort,
ook al hebben we geen groot gezin,
toch houden we altijd de vaart erin.
We zijn druk, heel druk, waarmee?
Daar word nu een vraagteken bij gezet.

terug