Waar in Nederland krijgt een ondernemer zo eenvoudig bakken gemeenschapsgeld los als in Flevoland? In een luxe kantoorpand in Almere is onlangs geruisloos het Digitaal Centrum Flevoland van start gegaan. Een uniek verzamelgebouw voor Internet-bedrijven, waarmee gemeente en provincie goede sier willen maken. Het brein achter het DFC is Normann Kleine, een slimme zakenman van Surinaamse afkomst, over wiens verleden tot nadenken stemmende geruchten de ronde doen. De provincie Flevoland, in het bezit van een Europese zilvervloot à 350 miljoen gulden, en de gemeente Almere hebben vrij vlotjes twee miljoen gulden in het project gestopt. Het is echter maar de vraag of deze forse investering wel prestige en werkgelegenheid oplevert. |
The Internet Plaza heeft de verhuisdozen al besteld. Het landelijke internetbedrijf staat op het punt om met z’n 53 werknemers uit Almere naar Amsterdam te vertrekken. Maar dan staat opeens burgemeester Ralph Pans van Almere voor de deur. Met één boodschap: Blijf hier. TIP-directeur Normann Kleine wrijft zijn ogen uit, maar grijpt dan deze kans met beide handen aan. Als de overheid wil dat zijn bedrijf in Almere blijft, dan moet daarvoor worden betaald. En fors. En er moet worden geïnvesteerd. Pans gaat akkoord, en haalt de gemeenteraad over. De provincie is ook van de partij en doet een greep in de Europese subsidiepot voor de achtergebleven provincie. Slechts enkele maanden daarna is een subsidie van twee miljoen gulden toegezegd én verbruikt. En zit TIP als eerste huurder in het gloednieuwe, glimmende pand, dat is aangesloten op een hypermoderne glasvezelkabel van de PTT.
"Heel vreemd", zegt TIP-directeur Kleine achteraf tegen deze krant. "Wij gaven te kennen dat wij weg wilden vanwege ruimtegebrek en omdat wij onze diensten wilden uitbreiden. We waren aan het rondkijken naar nieuwe huisvesting. Amsterdam is voor Internetbedrijven een centraal punt. Je zou gek zijn om ergens anders te gaan zitten. Per jaar zou dat voor de netwerkverbindingen een kwart miljoen meer gaan kosten en geen enkel bedrijf gaat, omdat Almere zo leuk en groen is, zo’n bedrag op zijn kostprijs gooien. De glasvezelkabel en het dure kantoorpand aan de Televisieweg, op het bedrijventerrein Gooisekant, zijn voor TIP alléén te duur. Kleine wil meer gebruikers. Het concept van het Digitaal Centrum Flevoland wordt bedacht. Een pand waar tal van ‘digitale’ bedrijfjes gebruik maken van die dure Internetkabel.
Gemor
De gemeente Almere en de provincie Flevoland draaien op voor de kosten van de dure netwerkverbinding en een aantal andere kostenposten, totaal twee miljoen gulden . De afspraken met TIP worden in een niet openbaar gemaakte samenwerkingsovereenkomst vastgelegd. Enig gemor in de gemeenteraad wordt achter gesloten deuren resoluut van tafel geveegd. Dit project is belangrijk, zo maakt het college van b en w de raad duidelijk, want het is ‘digitaal’. Het toverwoord voor meer hoogwaardige werkgelegenheid. Daarbij: de investering in het gebouw is - met of zonder TIP- geen weggegooid geld. De Almeerse raadsleden gaan voor deze argumenten overstag. Slechts een zeer kleine minderheid weet wat Internet precies is. De positivo’s in de Almeerse politiek worden gesteund door een rapport dat het accountantskantoor Moret Ernst & Young in opdracht van de gemeente heeft gemaakt. "Het centrum past in het speerpuntbeleid van de gemeente en is de eerste wezenlijke aanzet in haar streven naar de status van Moderne Technologiestad, dit kan de digitale kick-off zijn", aldus het rapport. En: "Idealisme kan met dit project, vermits goed aangepakt, worden omgezet in realisme". Op welke harde feiten deze hoopvolle verwachting is gebaseerd? Het rapport bevat veel slagen om de arm en komt onvolledig en eenzijdig over. De belangrijkste onderdelen zijn gebaseerd op cijfers die door de belanghebbende ondernemer, TIP, zijn aangeleverd. Sterke nadruk wordt gelegd op het feit dat TIP, dat met een ‘uiterst urgent huisvestingsprobleem’ kampt, met zijn ruim vijftig werknemers snel wil verhuizen. Overigens heeft TIP tegenover deze krant ook vraagtekens bij de volledigheid van het rapport gezet.
Meer subsidie
Wat de gemeenteraad waarschijnlijk niet weet, is dat er nog meer (overheids)geld in het project moet worden gepompt. Want een ‘digitaal centrum’ hou je niet met lucht overeind, zo maakt Normann Kleine aan deze krant duidelijk. "Voor de eerste twee jaar nemen wij de kosten op ons voor die dataverbinding, als tenminste blijkt dat 70 procent van de kabel wordt gebruikt. Zo niet, dan moet er weer worden gesproken met de gemeente, want dan hebben we een groot probleem. Dan heeft de gemeente dit project niet genoeg gestimuleerd. Dat stukje leggen we dan terug. Het is wel leuk dat wij het initiatief nemen, maar eigenlijk hoeven wij dat niet te doen. Ik hoef geen arbeid te stimuleren. De gemeente wil dat, en de provincie. Formeel zouden wij als commercieel bedrijf moeten zeggen: zolang jullie het belangrijk vinden dat hier digitale industrie is, zullen jullie er levenslang voor moeten betalen."
Opvallend is dat Kleine eigenlijk een hekel heeft aan subsidie. Hij ging sterk tekeer tegen de 3,5 ton subsidie van Flevoland voor Flevonetwerken, dat daarvoor aan polderbewoners gratis Internet-abonnementen aanbiedt. Ook in zijn nieuwe kantoor meldt hij dat de investeringen van zijn kant die van de overheid ver overtreffen. Twee bedrijven, waar Kleine belangen in heeft, zijn op de bovenste verdieping van het Digitaal Centrum Flevoland gevestigd: The Internet Plaza en het Nationaal Internet Centrum. Over dit NIC gaat Kleine de scepter zwaaien. Het NIC verhuurt datacapaciteit aan de andere huurders van het pand, waaronder TIP. "TIP investeert 1,6 miljoen gulden en het NIC twee miljoen gulden in dit pand. Elk bloemetje dat je hier ziet op deze verdieping is van ons. Dat wordt niet gesubsidieerd. En we geven ook werk aan 53 mensen zonder één cent subsidie", verklaart Kleine. Hij benadrukt ook indertijd, een klein jaar geleden, geen aanvraag te hebben ingediend voor subsidie in het kader van de Europese arbeidsplaatsenregeling.
Geen voordeel
"Ook indirect hebben wij geen enkel voordeel aan de subsidie gehad. Behalve dat we in deze ruimte mogen zitten, maar daar betalen we huur voor. Die glasvezelkabel, die hier van Amsterdam heen loopt, zou ik in Amsterdam ook hebben. Ik heb overigens nog eens twee kabels voor mezelf aan laten leggen. Ik hoef deze subsidie niet te hebben om hier te blijven. Maar het past wel in mijn filosofie, het concept."
Binnen dat concept past ook een vergaande beslissingsbevoegdheid over de andere huurders van het pand. "We willen heel graag meebepalen wie hier in komt", zegt Kleine onomwonden. "We hebben altijd gezegd dat het pand niet verhuurd moet worden aan bedrijven die vaag zeggen: we doen iets met multimedia. Ze moeten met hun nieuwe technologie passen binnen het toekomstige beeld."
Beginnende zakenlieden die met een goed idee willen verdienen op Internet, mag niets in de weg worden gelegd. "Ik heb tegen de gemeente gezegd: jongens, denk eraan, er is subsidie gegeven om de infrastructuur van het pand hier aan te leggen. Maar nu moeten jullie ook een stimuleringsfonds gaan opzetten en niet, als er een startende ondernemer komt, gaan zitten rekenen als een boekhoudertje hoeveel zo iemand mag krijgen. Dan ben je fout bezig."
Traagheid
TIP is in wezen zelf ook zo’n startende onderneming. Nog geen anderhalf jaar geleden zette Kleine, oud-medewerker van Veronica, The Internet Plaza op. TIP bood als eerste en voorlopig enige onbeperkt toegang tot Internet voor nog geen drie tientjes per maand, en dat in (bijna) het hele land. Deze agressieve marktbenadering heeft succes. Alhoewel abonnees in computerbladen steen en been klagen over de traagheid van het netwerk en de falende en dure telefonische helpdesk. Wat TIP bijnamen oplevert als "The Internet Plaag" en "De Traagste Internet Provider". Het verhindert niet dat TIP doorgroeit naar 25.000 abonnees. Inmiddels zegt TIP de problemen te hebben opgelost en wordt abonnees ‘turbo speed’ beloofd.
Kleine signaleert echter al vroeg dat ‘in provider-land de messen worden geslepen’. Een fors deel van de 152 providers zal het niet redden, voorspellen deskundigen. Volgens directeur R. Meijer van Marktleider Planet Internet/World Access blijven er uiteindelijk slechts vijf grote providers over. Zwaar weer op komst, dus. Reden voor nogal wat concurrenten van TIP om te gaan schuilen bij groot-aandeelhouders.
Kleine wil echter zelfstandig blijven. Alles wijst erop dat hij dit wil bereiken door - naast de inbreng van aandeelhouder Global One - met gemeenschapsgeld een eigen paraplu te fabriceren: het DCF, met als kloppend hart een eigen ‘internet rekencentrum’, later omgedoopt tot Nationaal Internet Centrum (NIC). De gemeentelijke overheid gaat nadrukkelijk op de stoel van de projectontwikkelaar zitten, en neemt daarmee gedeeltelijk het bedrijfsrisico van de ondernemer voor haar rekening.
Smoel tonen
T. Seegers, hoofd van de afdeling economische ontwikkeling van het grondbedrijf van de gemeente Almere, wuift deze kritiek weg. Die investering van één miljoen gulden heeft, naast de werkgelegenheid, een hoger doel. "Wij moeten smoel tonen naar buiten. Niet achterblijven in de moderne wereld van de informatietechnologie. "Daarbij, het door de gemeente in de arm genomen onafhankelijke bureau Xirion uit De Meern heeft ingestemd met de kostbare technische aankleding van het digitaal centrum. Wat Seegers overigens daarbij niet vertelt is dat Xirion is aangedragen door Internet Aware, een aan TIP verbonden bv van Kleine. En dat medewerkers van Xirion en Internet Aware een gemeenschappelijk verleden op de Vrije Universiteit in Amsterdam hebben.
Ten slotte bevestigt Seegers dat het Almeerse college van b en w eerste een antecendentenonderzoek heeft gelast naar het bij het project betrokken zakelijke partners. Op aandringen van de door geruchten verontruste gemeenteraad is daarbij ‘nader ingezoomd op de persoon van Kleine’. Over de uitkomst van het onderzoek wil de ambtenaar slechts kwijt dat het project gewoon is voortgezet. Tussen de regels door geeft hij te kennen dat er aan de meeste ondernemers - gezien vanuit andermans belangen - wel een vlekje zit, maar dat dat geen reden is om geen zaken te doen. Dat gespeur naar ‘beren op de weg’, daar voelt hij niets voor.
Eddie de Paepe
en Bart Vuijk
In de Surinaamse gemeenschap in Nederland en in Suriname doen over Normann Kleine diverse geruchten de ronde. Waarmee Kleine bijvoorbeeld niet te koop loopt, is dat hij ooit minister is geweest onder Desi Bouterse.
Dit wordt bevestigd door artikelen uit het (gemuilkorfde) Surinaamse dagblad De Ware Tijd, waaruit blijkt dat Kleine van december ’84 tot september ’85 minister van financiën en planning was. Twee jaar na de beruchte ‘december moorden’, waarbij vijftien politieke tegenstanders van Bouterse werden omgebracht. Kleine, die was voorgedragen door de Associatie van Surinaamse Fabrikanten, maakte als minister onder meer twee met geheimzinnigheid omgeven buitenlandse trips (onder meer naar de Verenigde Staten) om de precaire deviezensituatie van Suriname te verlichten. Hij werd daarbij vergezeld door de toenmalige (én huidige) president van de centrale bank, Henk Goedschalk. De Ware Tijd meldt eind september ’85 dat Kleine is afgetreden vanwege ‘een verstoorde relatie’ met de andere ministers, maar dat hij ‘het revolutionair proces blijft steunen’.
In Surinaamse kringen in Nederland en in Paramaribo wordt gesteld dat Kleine tijdens zijn ministerschap ‘rommelde’. Hij was niet alleen bewindsman, maar ook eigenaar van het computerbedrijf Keycomp. In die dubbelfunctie zou hij met flinke winsten Altos-computers aan de Surinaamse regering hebben verkocht. Dit zou de reden zijn geweest dat Kleine uit de regering is gezet.
Grote autozwendel
Een van de bronnen meldt dat Kleine ook betrokken is geweest bij een zeer grote autozwendel. Gestolen auto’s werden in Paramaribo ‘omgekat’ en naar Rotterdam verscheept. Toen ook dit in de gaten liep en de grond hem te heet onder de voeten werd, zou Kleine eerst naar de VS en daarna naar Nederland zijn vertrokken. Een woordvoerder van de NDP, de partij van Bouterse, in Suriname bevestigt het Keycomp-verhaal. "De financiële administratie van de overheid zou worden geautomatiseerd. Dat leverde echter niets op voor de regering." Ten slotte zou Kleine later, als medewerker van Veronica, 75 mille in zijn zak hebben gestoken, aldus een ander gerucht.
Digitaal Centrum
Gevraagd naar de aanleiding voor het antecedentenonderzoek van de gemeente Almere komt Kleine zelf met iets anders. In zijn kantoor op de bovenste verdieping van het fonkelnieuwe Digitaal Centrum Flevoland stelt hij dat de ‘spoedbehandeling’ van het DCF-plan in de Almeerse gemeenteraad kwaad bloed heeft gezet. Daar kwam nog bij dat een ‘verouderd’ rapport van de kredietexperts Dunn & Bradstreet opdook, waarin het bestaan van een Amerikaanse brievenbus bv als aandeelhouder van TIP werd vermeld.
Dergelijke inc.’s hebben nu eenmaal een slechte naam, verklaart de zakenman.
Geconfronteerd met de geruchten uit de Surinaamse gemeenschap reageert Kleine niet verrast. Hij gaat er eens goed voor zitten. "In elk klein dorp zoals Suriname wordt iedereen die iets met politiek te maken heeft, gezien als corrupt óf als een grote boef. Het gerucht dat na mijn ministerschap speelde, was dat ik aan de hele overheid computers van mijn eigen bedrijf had verkocht. Toevallig waren er in die tijd maar twee computerbedrijven in Suriname: Keycomp, dat zich bezighield met mini-computertjes, en IBM. Er was een hele grote weerstand tegen mijn automatiseringsproject, waarmee je via de computer inzage zou krijgen in de handelingen van de ambtenaren. Verschillende ambtenaren hadden hele goede ‘bijverdiensten’."
Kleine vervolgt: "De bedoeling van het hele project was om op elk ministerie een computer te zetten, stop daar de goedgekeurde begrotingen in, en zorg ervoor dat de computer gaat piepen als een bepaalde begrotingspost wordt overschreden. En dan wordt het niet besteed. Zo simpel als een kassa met wat geld erin. Dit riep bij de ambtenaren de nodige weerstand op."
"De prijs van de opdracht die aan Keycomp werd gegeven, was iets van 120.000 dollar. In dezelfde periode werd ook een opdracht aan IBM gegeven voor een miljoen dollar. Wij hebben er trouwens geen geld aan verdiend. Als importeur van het merk hebben wij gezegd: wij leveren rechtstreeks tegen inkoopprijs aan de overheid."
"Als je over Normann Kleine praat, hoor je altijd twee grote verhalen: Keycomp en Fiat. Het tweede verhaal, over Fiat, was als volgt: als minister van financiën hoorde je elke kredietovereenkomst goed te keuren. Ik heb vele kredietovereenkomsten goedgekeurd, waaronder eentje voor Fiat. Die overeenkomst werd gevraagd door het ministerie van transport. Dat had behoefte aan openbaar vervoer. Het ministerie zou een behoorlijk aantal auto’s aanschaffen voor de overheid, en ook nog een flink aantal overlaten voor de import. Die auto’s zijn ook allemaal verkocht. Door de reguliere autohandel. Het was de laatste actie die ik als minister gedaan had, vlak voordat ik vertrok. Pas daarna is de kredietovereenkomst voor invulling teruggegaan naar het vakministerie. Van een autozwendel weet ik niks."
Sensatiepers
Gevraagd naar de kwestie van het ‘omkatten’ van auto’s, reageert Kleine wél verbaast. "Het wat? Oh, het afvijlen van chassisnummers? Nou, dat is nieuw voor mij. Mag ik dat bericht naar de sensatiepers verwijzen. Het enige wat ík heb gehoord is dat ik als minister geld heb verdiend door die kredietovereenkomst te tekenen. Dat ik commissie heb gehad ofzo. Dat de auto’s veel te duur waren ingekocht en dat ik er zo geld aan verdiende. Ik zat er allang niet meer, maar heb dat gerucht toch op mijn naam gekregen. Ik hoor de meest bizarre verhalen. De Surinaamse regering weet ook van niks: ik heb geen strafblad, niks."
Ook het Veronica-verhaal verwijst hij naar het land der fabelen. De Nederlandse omroep wilde in Paramaribo een pand kopen om een dochterbedrijf (met datatypistes) te vestigen. Kleine werd erop uit gestuurd. Uiteindelijk werd een pand aangekocht voor 275.000 gulden. Later kwam aan het licht dat de vorige eigenaar maar twee ton had gekregen.
Kleine: "In Suriname in 1994 ging het zo: de eigenaar zei tegen zijn tussenpersoon dat hij een bepaald bedrag wilde hebben. ‘Alles wat je meer krijgt, is van jou.’ Maar dat was mij als Veronica-onderhandelaar op dat moment niet bekend. Tot mijn grote verbazing kreeg ik een half jaar later, nadat ik in september 1995 weg ben gegaan bij Veronica, opeens een briefje van een advocaat. ‘Meneer Kleine, we willen graag met je praten.’ Een Veronica-medewerkster was naar Suriname geweest en had van de eigenaar van het pand gehoord dat hij maar twee ton ontvangen had. Dus zeiden ze: ‘ah, zie je wel, Normann Kleine heeft ons opgelicht voor 75.000 gulden’. En toen zei ik: goh, als jullie dat vinden, moet je maar een rechtszaak beginnen. Maar er ligt nog steeds niks op tafel. De eigenaar heeft die 75.000 gulden via een notaris laten uitbetalen aan die tussenpersoon. Toch word ik nog steeds beschuldigd. Dit is Peyton Place, een scenario op basis van insinuaties. Misschien is het vervelend voor de mensen die in die toko daar werken en het helemaal niet zo leuk vinden dat Normann Kleine het succes heeft wat hij had verwacht."
Er loopt overigens nog steeds een rechtszaak, die Kleine tegen Veronica heeft aangespannen om achtergehouden salaris los te krijgen. De omroeporganisatie weigert elk commentaar op deze kwestie.
Strafblad
Over de uitkomst van het antecedentenonderzoek heeft Kleine van de gemeente niets te horen gekregen. "Blijkbaar heeft het niets opgeleverd, anders was het project echt niet doorgegaan. Ze kunnen duizend verhalen vertellen, maar laten we de feiten erbij nemen. Die zijn: ik heb geen strafblad. Ik heb naar eer en geweten hier een bedrijf opgebouwd. Ik sta goed bekend bij banken en bij mijn partners, die alles van me weten." Dit laatste wordt telefonisch bevestigd door zakenpartner Hennie van Vliet, die via twee bv’s (Vlibeman en PS-Rogan) onder meer bij Tip betrokken is.
Kleine kan zich wél voorstellen dat mensen uit de Surinaamse gemeenschap kritiek hebben op zijn ministerschap onder Bouterse. "In 1982 werden mensen doodgemaakt. Iedereen die na ’82 met de regering heult, wordt gezien als een verdomde verrader. In 1985 is Normann Kleine een kleine middenstander die uit het milieu komt waar ook veel doden zijn gevallen. En opeens tilt hij zich naar boven, wordt minister en probeert Desi Bouterse in leven te houden. Dan ben je in de ogen van het verzet een paria. Dat zullen de gevoelens hier ook zijn geweest. Mijn motieven om in de regering te gaan zijn heel anders geweest. Wij zaten met heel wat jongeren die daar bleven wonen, die wij verzamelden onder een kring van Surinaamse fabrikanten die zeiden: wij blijven hier wonen, maar we gaan hier wel naar de knoppen. Dus laten we proberen de levensomstandigheden te veranderen. Niemand beseft dat in 1985 de oude politieke partijen weer aan tafel kwamen. Er is een regering gevormd van vakbeweging en bedrijfsleven en daar heb ik ingezeten. Het kabinet Udenhout."
Eddie de Paepe
en Bart Vuijk
Met dank aan Ank Kuipers
Vragen bij Surinaamse transactie N. Kleine