Bahasa Indonesia - Nederlandse Taal
M
woordenboek, vertalen, betekenis, kamus, nederlands, belanda, indonesisch, maleis, bahassa, getallen, bilangan, dagen, hari, uitspraak, pemberitahuan
kinderen uit Indonesie

A B C D E F G H I J K L M N O P R S T U V W Z
maag = perut
maaien = membabat
maak af! = selesaikan!
maan = bulan
maandag = hari senin
maar = (te)tapi
maat = emat
maatregel = peraturan
macht = kekuatan
machtig = mampu
mager = kurus, krempeng
mais = jagung

maken = (mem)buat
mand = keranjang
mango = mangga
manier = cara, laksana
mank = pincang
mannelijk = laki-laki
mannetje (alleen voor dieren) = jantan
marihuana = ganja
marionet = boneka
markt = pekan, pasar
marskramer = kelongton
masker = topeng
massage = urut
masseren = mengurut, memijit
mast = tiang
mastrubatie = onani
mat = tikar
materie = bahan
matras = kasur
medicijn = obat
medicijnman = datu
meebrengen = bawa, mengantar
meedoen = ikut
meegaan = menurut
meegenomen (niet met opzet) = terbawa
meel = tepung
meenemen = membawa
meer = lebih, danau
meerijden = menumpang
meervoud = jamak
meest = paling
meestal = sering
meeuw = camar
meisje = anak perempuan, gadis
melden = melapor(kan)
melk = susu
melodieus = merdu
menen = menyangkan
mengen = mengaduk
mening = sangka pendapat
mens = manusia
mens, persoon = orang
menukaart = daftar makanan
merken = menandai
merkwaardig = pelik
mes = pisau
met = dengan
met de bus gaan = naik bus
met de fiets gaan = bersepeda
met opzet = sengaja
met vakantie gaan = berlibur
met z'n tweeën = berdua
metaal = logam
meteen = langsung, ojok, segara
meten = mengukur
middag = siang
middelbaar = menengah
middels = karena
midden = tengah
mier = semut
mijmeren = melamun
mijn = saya, ku(-ku)
mijzelf = diriku
mild = cukupan
milieu = lingkungan
milioen = semiliun
minder = kurang
minnaar = kendak
minnares = nyai
minuut = menit
mislukt = gagal
misschien = barangkali
misselijk = mual
missen iets achterlaten = ketinggalan
mist = kabut
mits = asal
modder = lumpur
modderpoel = kubang
moe = capek, capai, lesu
moeder = bu
moeder, mevrouw U = ibu
moeilijk = berabe, dulit, sukar
moeite = susah
moeras = rawa, paya
moeten = harus
mogelijk = mungkin
mogelijkmaken = memampukan
mogen = boleh
molen = kisaran, kincir
mond = mulut
mondeling = lisan
monding = muara
monnik = biarawan
monteur = montir
mooi = bagus
mooi (voor landschap) = indah
moordenaar = pembunuh
mop = kelakar
mopperen = sungut, omel
mores leren = mengapokkan
morgen = besok
motregen = gerimis
muis = tikus
munt = uang-logam
museum = museum
muur = dinding, tembok
muurhagedis = cicak
mysterieus = gaib
mystieke kracht = keramat