dablek = koppig
dada = borst
daerah = deelgebied
daerah = areaal
daftar = lijst
daftar kata = woordenlijst
daftar makanan = menukaart
dagang = handel
daging = vlees
dagu = kin
dahan = tak
dalam = binnen
dalam = diep
dalam tahanan = arrest(in arrest)
dalam tahun = anno
damai = vrede
dambaan = begeerte
dan = en
dan seterusnya(dst.) = enzovoort
dana = fonds
danau = meer
dangdut = popmuziek
dangkal = ondiep
dapat diterima = acceptabel
dapur = keuken
darah = bloed
daratan = continent
dari = van, vanaf
dari(pada) = dan(bij vergelijking)
dari atas = van boven
dari mana = waarvandaan
dari sana = daar vandaan(van elders)
dari situ = daar vandaan(vanaf waar jij bent)
daripada = dan(bij vergelijking)
darmawisata = excursie
dasar = basis, principe
dasi = stropdas
dasi = das
datang = komen
datang = arriveren
datangnya = aankomst
datu = medicijnman
daun = blad
daya = kracht
debu = stof
dekat = dichtbij
delapan = acht
delapan belas = achttien
demam = koorts
demang = districtshoofd
demikian(lah) = aldus
demokrasi = demokratie
denda = bekeuring
denda = boete
dendam = wraak
dendam = emotie
|
dengan = met
dengan kira-kira = benadering(bij)
dengar = horen, luisteren
dengki = afgunstig
dengkul = knie
depan = vóór
derajat = graad
deras = snel
derita = leed
derma = gift
derma = aalmoes
desa = dorp
desakan hati = aandrang
desas-desus = geruchten
detik = seconde
dewa = hindoepriester, god
dewan = raad
dewasa = volwassen
dewi = godin
di = van, in bij
di atas = boven/op
di atas lemari = op/boven de kast
di bawah = onder
di bawah = beneden
di belakang = achter, achterin, achteraan
di dalam lemari = in de kast
di depan = voor
di luar = buiten
di mana = waar
di mana-mana = overal, alom
di muka = voor
di pusat = centraal
di sana = daarginds
di sebelah = naast
di sebelah kanan = aan de rechterkant
di sebelah kiri = aan de linkerkant
di seberang = aan de overkant
di sekitar = in de omgeving van
di sepanjang = langs
di sini = hier
di sisi = ernaast
di situ = aldaar
di waktu siang = overdag
dia = hem, hij, zijn
diam = stil
diapkir = afgekeurd
diasap = gerookt
diatas = boven, bovenop
dibagi = gedeeld
dibatik = gebatikt worden
dibawah = onder
dibeli = gekocht worden
dibesarkan = grootgebracht
dicampuri(campur) = gemengd
dicet = verven
dicetak(mencetak = gedrukt
dicintai = favoriet
dicuci = gewassen
didong = eigenwijs
digunakan = gebruikt
dijemur = gedroogd(in de zon)
|
dikeluarkan(keluar) = afgegeven
dikenal = gekend
dikurangi = verminderd
dilahirkan(lahir) = geboren
dilarang = verboden
dinas = dienst
dinding = muur
dingin = kil
dinging = koud
dipanggang = geroosterd
dipesan = besteld
diri = zichzelf
diriku = mijzelf
dirimu = jou
dirombak = afbreken
dirumah = thuis
disamping = daarnaast
disana = daar
disemur = gestoofd
diserahkan = overdracht
disingkatkan = afgekort
disini = hier
disitu = daar(bij jou)
ditempati = bezet
ditubruk = aangereden
dituna = uitgesteld
doa = bidden
dobel = dubbel
dogol = onnozel
dokter = dokter
dokter = arts
dokter ahli bedah = chirurg
dokter gigi = tandarts
dolog = depot
domba = schaap
dompet = portemonnee
dong! = jo!
dorong = duwen
dosa = zonde
dot = speen
dua = twee
dubur = anus
dudu = rechtdoor
duduk = zitten
duit = geld
duka = smart
dukacita = verdriet
dukuh = gehucht
dukun beranak = baker
dulu = vroeger
duluan = vooraf
dungu = sufferd
dunia = wereld
durhaka = opstandig
duri = doorn
duri-ikan = graat
dus = douche
dusta = onwaar
dusun = gehucht
duta = gezant
duta besar = ambassadeur
|
|