Bahasa Indonesia - Nederlandse Taal
J
woordenboek, vertalen, betekenis, kamus, nederlands, belanda, indonesisch, maleis, bahassa, getallen, bilangan, dagen, hari, uitspraak, pemberitahuan
Moskee
A B C D E F G H I J K L M N O P R S T U V W Y Z
jabatan = ambt
jadah = bastaard
jadi = dus
jadi satu = aaneen
jago = haan
jagung = mais
jahat = crimineel
jahe = gember
jajan = snoep
jaksa = aanklager

jalan = weg, straat
jalan aspal = asfaltweg
jalan besar = avenue
jalan kaki = te voet
jalan lintas = autosnelweg
jalan raya = autoweg
jalan terus = dóórlopen
jalur = perron, strook, baan(werk)
jam = uur
jam malam = avondklok
jamak = meervoud
jaman = tijdperk
jambang = bakkebaarden
jambang mandi = badkuip
jambangan = vaas
jaminan = garantie
jamur = paddestoel
janda = weduwe
jangan! = niet doen!
janggut = kin
jangkar = anker
janji = afspraak
jankung = lang
jantan = mannetje(alleen voor dieren)
jantung = hart
jara = boor
jarak = afstand
jarang = zelden
jari = vinger
jari kaki = teen
jari kelingking = pink
jari-jari = spaak
jaring = net
jarum = naald
jas = colbert
jasa = verdienste
jasmani = fysiek
jatuh = vallen
jatuh cinta = verliefd
jatuh dari .... ke .... = afvallen(van iets)
jatuh gengsi = afgaan
jauh = ver
jauh = afgelegen
jawab = antwoord
jaya = roem
jelas = duidelijk
jelaskan = uitleggen
jelek = lelijk
jelita = bekoorlijk
jemah = later
jemari = vingers
jembatan = brug
jempol = duim
jemur = zonnebad
jendela = raam
jenggot = baard
jenis = soort
jepitan = knijper
jerah = overvloedig
jerawat = acne
jerih = uitgeput
jernih = helder
jijik = afschuwelijk(weerzinwekkend)
jika = indien
jika perlu = eventueel
jikalau = indien
jimat = talisman, amulet
jingga = oranje
jingkat = opspringen
jiwa = ziel
jok mobil = autobank
jual = verkopen
juang = strijd
juara = kampioen
judul = titel
juga = ook
jujur = eerlijk
juling = scheel
jumlah = aantal, bedrag
jumpa = weerzien
jurang = afgrond
juru = vakman
jurumudi = stuurman
jururawat = verpleegster
jurusan = richting
justru = juist