kabar = bericht
kabut = mist
kacamata = bril
kacang = boon, pinda
kadang-kadang = soms
kafe = cafe
kaffir = heiden
kaget = onthutst
kain = lap
kaitan = haak
kakak = oudere broer of zuster
kakek = opa
kaki = voet, been
kaki(v. dieren) = poot
kaki-lima = snoepkar
kakilima beratap = arcade
kaku = stijf
kakus = w.c.
kala = periode
kalah = overwonnen
kalajenkin = schorpioen
kalau = indien
kalau = als
kaleng = blik
kali = keer, beek
kali = beek
kalian = jullie
kalimat = zin
kalimat pasif = zinnen in lijdende vorm
kalong = vleermuis
kalung = halsketting
kamar = kamer
kamar duduk = zitkamer
kamar kecil = toilet
kamar makan = eetkamer
kamar mandi = badkamer
kamar penjara = cel
kamar tamu = woonkamer
kamar tidur = slaapkamer
kamar tunggu = wachtkamer
kambing = geit
kami = wij, ons
kampung = wijk
kamu = jullie, jij
kamus = woordenboek
kan = toch
kanak = kleuter
kanan = rechts
kancil = dwerghert
kancing = knoop
kandang = bergplaats, stal
kandung = baarmoeder
kangkung = waterspinazie
kantong = zak
kantor = bureau, kantoor
kantor pajak = belastingkantoor
kantor pos = postkantoor
kaos = kous
kapak = bijl
kapal = boot
kapal = eelt
kapal keruk = baggermolen
kapal terbang = vliegtuig
kapan = wanneer
kapas = watten
kapur = kalk
kapur tulis = krijt
karangan cerita = artikel
karcis = kaartje
karena = omdat, middels, want, aangezien
karena itu = daarom
karet = elastiek
karim = edelmoedig
kartu = carte
kartu pos bergambar = ansichtkaart
karung = baal
karya = creatie
karyawan = werknemer
kasa = kassa
kasar = grof
kasasi = cassatie
kasih = geven
kasir = kassier
kassian = zielepoot
kasur = matras
kata = woord
kata dasar = basiswoord
kata jadia = afgeleide woord
kata mutiara = aforisme
kata sifat = adjectief
katak = kikker
katakanlah! = zeg eens!
katong = wij
kawan = kennis, kameraad
kawan sejawat = collega
kawasan = streek
kawat = ijzerdraad
kawin = gehuwd
kaya = rijk
kayap = zweer
kayu = hout
ke = naar
ke atas = naar boven
ke belakang = naar achteren
ke depan = naar voren
ke mana = waarheen
ke sana = daarheen
ke sini = hierheen
keadaan = toestand
keamanan = veiligheid
kebakaran = brand
kebalikkan = andersom
kebelakangan = achterblijven
keberatan = bezwaar
kebetulan = toevallig
kebijaksanaan = beleid
kebon belakang = achtertuin
kebun = tuin
kebusukan = bederf
kebutuhan = behoefte
kecakapan = geschiktheid
kecekatan = behendigheid
kecelakaan mobil = auto-ongeluk
|
kecelakakan = ongeluk
kecelakan = ongeluk
kecenderungan = neiging
kecepalan = snelheid
kecerdasan = intelligentie
kecewa = teleurgesteld
kecil = klein
kecoh = bedrog
kecuali = tenzij
kecuali = behalve
kecurigaan = achterdocht
kedai = kraam
kedap = dicht
kedeh = kraam
kedelapan = achste
kedua = tweede
kedua-duanya = beide
kedutaan besar = ambassade
keesempatan = kans
kegagalan = fiasco
kegemaran = vermaak
kegemparan = opschudding
kegiatan = activiteit
kegugupan = paniek
keguguran = abortus
kehormatan = eergevoel
kehujanan = nat door regen
keinginan(ingin) = verlangen
kejang = krampachtig
kejap = oogwenk
kejar = spoeden
kejong = slak
keju = kaas
kejutan = verrassing
kekacauan = chaos
kekal = permanent
kekalahan = nederlaag
kekar = flink
kekuatan = macht
kelabang = duizendpoot
kelabu = grijs
kelahiran = afkomst(geboorte)
kelainan = afwijking
kelak = later
kelakar = mop
kelam = duister
kelapa = cocos
keledai = ezel
kelek = oksel
kelewatan = overdreven
kelihatan(terlihat) = te zien
keliling = rondom
kelinci = haas
keliru = zich vergissen
kelongton = marskramer
keluar = uitgang
keluarga = familie
kelubung = sluier
keluh = klacht
keluhan = klacht
kemah = tent
kemahiran(mahir) = bekwaamheid
kemana = waarheen
kemanakan = neef
kemarahan = woede
kemarau = droog
kemari = hierheen
kemarin = gisteren
kemauan(mau) = de wil
kembali = terug
kembang = bloem
kembaran = koppel
kembung = bol
kemeja = overhemd
kemiskinan = armoede
kempis = plat
kemuakan = afschuw
kemudi = roer
kemudian = vervolgens
kemudian = daarna
kemudian = dan(daarna)
kemunduran = achteruitgang(teruggang)
kena = treffen
kenalan = bekende
kenangan = weemoed
kenapa = waardoor
kendak = minnaar
kendaraan = voertuig, vervoer
kenek = knecht
kengerian = gruwelijk
kening = voorhoofd
kentang = aardappel
kentut = scheet
kenyang = verzadigd
kepada = aan
kepala = baas, hoofd
kepalang = ontoereikend
kepale bagian = chef
kepanasan = warm hebben
kepang = vlecht
kepentingan = belang
kepicikan = bekrompenheid
keplok = bijval
keponakan = neef/nicht(kinderen van je broer)
keputusan = besluit
kepuyuk = kakkerlak
kera = aap
kerabat = bloedverwant
kerajinan = industrie
keramas = shampoo
keramat = mystieke kracht
keran = kraan
kerang = schelp
kerani = klerk
keranjang = mand
kerap = vaak
keras = streng
keras = stijf
kerdil = dwergachtig
kereta api = trein
kereta gendeng = aanhangwagen
kereta-tempel = aanhangwagen
kereta-tempel-tinggal = caravan
keributan = rel
kering = droog
keringat = zweet
keriput = rimpel
keriting = gekruld
kerjakan = doen
kertas = papier
kertas dinding = behang
kerucut = kegel
kerugian = schade
|
keruh = troebel
kerutut = gegroefd
keruyuk = overweldigen
kesal = beroerd
kesan = indruk
kesasar(tersasar) = verdwaald
kesediaan = bereidheid
kesehatan = gezond(heid)
keseimbang = evenwicht
kesempatan = aangelegenheid
kesenangan = plezier
kesepian = stilte
kesimpulan = konklusie
kesopanan = fatsoen
ketabiban = geneeskunde
ketan = kleefrijst
ketang = strak
ketel = druppel
ketemu = gevonden
keterangan = uitleg
keterangan = inlichting
keterbatasan = beperken
ketertiban = orde
ketika = toen
ketika = ogenblik
ketinggalan = missen, iets achterlaten
ketua = voorzitter
ketua kampung = dorpshoofd
keturunan = afstammeling
keyakinan = religie
khas = typisch
khawatir = bang berzorgd
khisit = afgunst
khitan = besnijdenis
khusus = speciaal
khusus untuk mobil = autosnelweg
kian = zodanig
kibarkanlah = triomf
kidal = linkshandig
kilat = bliksem
kincir = molen
kini = thans
kira = denken vermoeden
kira-kira = ongeveer
kira-kira = circa
kiri = links, bakboord
kirim = sturen
kirim salam = groetjes doen
kisah = verhaal
kisaran = molen
kisi = tralie
kismet = levenslot
kita = wij
kitab-tulis = schrift
klab = club
kocok = opkloppen
kok = toch
kolam = vijver
kolek = kano
kolek = bootje
kombinasi = combinatie
kompeten = bevoegdheid
kondektur = conducteur
konon = naar men zegt
konsekwensi = gevolg
konstan = stabiel
konultan = adviseur
koper = koffer
kopi = koffie
kopi tubruk = opgietkoffie
kopor = koffer
koran = krant
koran sore = avondblad
korban = slachtoffer
korek api = lucifer
kosong = leeg
kota = stad
kotak = doos
kotor = vuil
kotoran = afval
kotrek = kurketrekker
kree = zonnescherm
krempeng = mager
kria = ambacht
ku(-ku) = mijn
kuah = saus
kuala = riviermonding
kuali = pan
kuasa = gezag
kuat = sterk, fit
kubah = koepel
kubang = modderpoel
kubur = graf
kuburan pemakaman = begraafplaats
kucing = kat
kuda = paard
kue = gebak
kuintansi = kwitantie
kuk = juk
kuku = nagel
kukuh = stevig
kukus = stoom
kulawangsa = familie
kuliah = college
kulit = huid
kulit pohon = bast
kumbang = tor
kumis = snor
kunci = sleutel
kuning = geel
kunjungan = bezoek
kuno = ouderwets
kuno = antiek
kupasan = analyse
kuping = oor
kupu kupu = vlinder
kura kura = schildpad
kurang = minder
kurma = dadel(s)
kursi = stoel
kurung = kooi
kurus = mager
kusam = dof
kutil = wrat
kutipan = citaat
kutu = luis
kutub = pool
kutub janubi = zuidpool
kutub selatan = zuidpool
kutub syamali = noordpool
kutub utara = noordpool
kutuk = vloek
kuwung = regenboog
kuyup = doorweekt
|
|